Castle - Farm Macon in Macon

🕗 openingstijden

opmerkingen 5

• nl

  Paul Bruineman

  :: 18 January 2018 15:58:44

  Ik ging vorig jaar april met vrienden een weekendje weg naar zuid België. De villa was erg mooi en we hebben een ontzettend leuk weekend gehad. Voor de laatste dag hadden we instructie gehad dat alles schoon achter gelaten moest worden, dus hebben we met zijn allen staan opruimen, schoonmaken en afwassen. Het afval hebben we in vuilniszakken gedaan en bij de deur gezet, aangezien er geen afvalbak op het terrein was en wij ook geen andere locatie was toegewezen voor het afval. Naderhand waren de appartementen gewoon schoon en gingen wij naar huis terugkijkend op een leuk weekend. Het weekend kreeg echter een vervelende nasleep toen de teruggave van onze borg werd geweigerd. De redenen hiervoor waren kapot glaswerk (fair enough) en schoonmaakkosten. Wij hebben toen uitleg gevraagd over de schoonmaakkosten en wij kregen te horen dat dit was omdat er nog afval stond (bij de deur dus) en er nog vaat stond in een van de kamers. Het is dan ook ronduit belachelijk dat onze 500 euro borg hiervoor werd ingehouden, want als je hier een paar tientjes voor glaswerk van aftrekt is het toch een behoorlijk bedrag voor het in de kast zetten van wat vaat en het wegbrengen van wat vuilnis (waar überhaupt dus geen instructies voor waren). Naderhand heeft de organisator van het weekend nog vele malen gebeld naar Belvilla, maar kreeg elke keer nul op rekest. Na elke keer uren in de wachtrij te hebben gezeten, kon hij onze situatie uitleggen, daarop kreeg hij elke keer weer te horen dat het natuurlijk niet de bedoeling was en dat ze het zouden oplossen, om vervolgens niks meer van zich te laten horen. Het lijkt er op dat dit gewoon een makkelijke manier gezien wordt om extra geld uit de huurder te trekken. Het is jammer dat een mooi weekend uiteindelijk wordt overschaduwt door oplichterij en dat er verder geen bereidheid is vanuit belvilla om een oplossing te vinden. In het vervolg zoeken we dan ook naar een andere verhuurorganisatie en ik raad anderen ook aan dit te doen.

• fr

  derelle dorothee

  :: 25 August 2017 19:10:20

  Lieu calme et très bien entretenu et les habitations ont tout le confort voulu

• nl

  Ria Cornelissen

  :: 06 August 2017 22:50:19

  Mooie kamers. Alles erg schoon. Aardige mensen en behulpzaam.

• 

  Iwan van den Burg

  :: 27 July 2017 22:38:30

  Netjes, vriendelijk personeel, goede service, redelijke prijzen

• 

  Patrice Wuine

  :: 18 January 2017 10:16:53

  Aux confins de l'Avesnois et de la Thiérache, à flanc de coteau de la verdoyante vallée de l'Helpe, le château-ferme, massive construction en pierre bleue locale, se développe dans un vaste quadrilatère de 45 mètres de côté. Cet édifice fut terminé en 1616 par le maître de forge Nicaise Poschet (1578-1631) et sa seconde épouse Jacqueline du Moustier (1586-1664), ainsi qu'en attestent les ancrages de fer forgé de la façade principale. L'architecture austère est conforme aux difficultés du temps qui est aussi celui des églises fortifiées de Thiérache ; car, à l'aube du « siècle de malheur », la région frontalière est peu sûre, les pillards, les bandes armées, la soldatesque, imposent la nécessité de construire ce que Nicaise Poschet lui-même définit comme une « maison forte ». Les éléments dominants de cet ensemble sont le corps de logis du maître et la tour d'angle Nord-Est. Cette tour massive, copiée sur celle de Philippe de Lalis (à Forge-Philippe) est le dernier refuge si le logis est envahi par l'ennemi. Séparée du corps de logis à l'origine, son accès s'opérait par une passerelle volante depuis le dernier étage de celui-ci. On passait d'un étage à l'autre par des échelles de meunier dont il reste des traces. L'ensemble, logis et surtout la tour était fortifié ; cependant, les meurtrières et les canonnières pour armes portatives apparaissent davantage comme dissuasives plutôt que comme défense efficace. Ces éléments de fortification redécouverts lors des travaux de restauration devaient protéger les habitants contre les incursions des bandes de rôdeurs, contre ce danger si fréquent des mercenaires mal payés ou déserteurs vivant de leurs rapines. Les communs pour la domesticité, aujourd'hui bergerie, la monumentale grange comportant la maréchalerie, les écuries, les étables, le chartil et les greniers, avec les ateliers indispensables à une vie en autarcie, complètent cet ensemble et lui donne un aspect voulu quelque peu rébarbatif et dissuasif. A la fin du XVIII ème siècle, le corps de logis fut prolongé et engloba la tour ; c'est aussi de cette période que date l'ouverture des baies du rez-de-chaussée pour améliorer le confort de l'habitat. L'an 1749, le comte Nicolas-Louis de Lespine, descendant par alliance de Nicaise Poschet vendit sa « maison forte » de Macon au bourgmestre de Macon, l'avocat Laisné. L'ensemble démantelé deviendra auberge, atelier de sabotiers et de tisserands. C'est en 1920 que le tout réadapté devient exploitation agricole jusqu'en 1960 ; c'est pour faciliter l'accès du charroi agricole que la muraille sud sera alors abattue. En 1990 la commune de Momignies fait l'acquisition de ces bâtiments, et après une restauration lourde de 2002 à 2004 avec l'aide financière de l'Union Européenne et de la Région Wallonne, les subdivise en 14 appartements de caractère et affecte le château-ferme dès l'été 2004 à l'hébergement pour touristes.